December
December rond 1920. Op het met wit zand bestrooide boerenerf klinken paardenhoefjes. Vlak voor de van vlechtingen voorziene voorgevel blijft de witte schimmel staan. Zijn ruiter gehuld in een lange rode mantel stijgt af om vervolgens...
...over de oude holle dakpannen de schoorsteen van bovenaf te bereiken, daarbij ondersteunt door zijn knecht. Het waait hevig, en door de bomen achter de met rietbedekte schuur schijnt een volle maan….Uit de schoorsteen komt de lucht van het houtgestookte fornuis en de worsten die in de ‘Wieme’ te drogen zijn gehangen. Uit de bedsteden, drie in totaal komen de tevreden slaapgeluiden van de jonge boerenkinderen, en de boer en boerin met op de bedstee plank het ‘wiegje’ met de jongste aanwinst. Niemand wordt wakker van het gerommel van achter de met houtnerfversiering beschilderde schouw. Naast de zwarte kachel staande op vier leeuwenpoten staan vijf klompjes verschillend in grote. De witte schimmel steekt af en toe even zijn snuit door één van de hartvormige openingen in één van de luiken, die voor de nacht gesloten zijn. Ruiter en knecht vervolgen hun weg na gedane arbeid over het eeuwenoude pad. Kijk de eerste winterse sneeuwvlok dient zich aan! In de verte luidt de Tolberter toren. Het is twaalf uur!
Auteur: J.M. Schaaf
Gepubliceerd in Midweek (december 2007)